Gedurende de tijdelijke sluiting zet het museum voorwerpen uit de eigen collectie in de etalage. Zo zijn er nu enkele stukken van de Voorschotense houtbewerker Albert Boesveld en de fabriek ‘De Volharding’ te zien.
Albert Boesveld werd geboren in 1905. Hij volgde een opleiding tot timmerman, die hij afsloot met het maken van een zogenoemd meesterstuk: een model van een wenteltrap.
In het begin van de jaren dertig begon Boesveld samen met Victor Klaassen aan de Hofweg in Voorschoten de houtbewerkingsfabriek ‘De Volharding’. Het bedrijf bood werk aan zo’n 15 tot 20 mensen. Ze leverden onder meer kozijnen, trappen en deuren aan Voorschotense aannemers als Niersman en Kokshoorn. Klaassen runde de fabriek, terwijl Boesveld de creatieve en vindingrijke timmerman was. Zo ontwierp hij een huis waarvan eerst het dak werd gebouwd zodat men droog verder kon werken. Ook bouwde hij een caravan en een speedboot van hout, en zelfs de carrosserie van zijn auto.
Het bedrijf speelde goed in op de vraag. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen schoenen nauwelijks te koop waren, vervaardigden ze met de hand houten klompen. Het afval werd tot brandhout verzaagd. Na de oorlog maakte de geboortegolf uitbreiding en nieuwbouw van scholen voor lager onderwijs noodzakelijk. Daarin zag de fabriek een nieuwe afzetmarkt. Ze leverden stokken voor schoolwandkaarten en schoolmeubilair van gestoomd massief beukenhout.
In de jaren vijftig was er een groot tekort aan woningen. Bovendien waren de economische vooruitzichten ongunstig, waardoor tienduizenden Nederlanders besloten hun heil elders te zoeken. Ze emigreerden naar Canada, Australië, de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland. De meubelfabriek kwam met inklapbare meubels die in speciale kisten efficiënt naar het nieuwe vaderland konden worden verscheept.
Voor nieuwe woningen leverde ‘De Volharding’ keukeninrichtingen met het in die tijd moderne formica. De fabriek maakte ook winkelbetimmeringen, bijvoorbeeld voor de ijzerhandel VERBO – Verhoog en Boesveld: Piet Verhoog was getrouwd met Dina Boesveld, een zuster van Albert. De ijzerhandel zat in het pand waarin nu Museum Voorschoten gevestigd is.
Albert Boesveld overleed op 3 juni 1966. Het museum toont zijn ‘meesterstuk’ de wenteltrap en de doopvont die hij in 1958 voor de Kruispuntkerk maakte. Het originele donkerkleurige onderstel is in 1990 vervangen door het huidige, gemaakt van blank hout. Naast dit werk van Boesveld is in de museumetalage ook een inklapbare stoel van ‘De Volharding’ te zien.