Ga naar de inhoud

Terugblik ‘Dorp in Oorlogstijd’, voorjaar 2020

    Een iconisch beeld.

    Dorpskerk met daarboven Britse bommenwerper

    Een belangrijk onderdeel van een tentoonstelling is het vinden van een beeld dat deze tentoonstelling representeert. Dankzij de inbreng van inwoners hebben we de hand weten te leggen op een heel bijzondere foto. Hierop is de dorpskerk te zien, met in de lucht een Britse bommenwerper – waarschijnlijk van het type Avro Manchester.


    Beelden lezen
    Wanneer boven bezet gebied een geallieerd vliegtuig langskomt, is dat een krachtig signaal. De Duitser is misschien nog de baas op de grond, maar in de lucht is dat niet meer het geval.
    Is dit het begin van het einde van de oorlog?
    Is het vliegtuig op weg om de vijand te bombarderen, of op de terugweg na een uitgevoerde missie?
    En dan de combinatie met de kerktoren. Geeft dat een aanwijzing? 
    De foto lijkt vanuit het westen te zijn genomen; de kenmerkende wenteltraptoren aan de noordzijde is namelijk in beeld. Dat zou betekenen dat het vliegtuig in zuidoostelijke richting vliegt. Net uit Engeland?
    Uit de verhoudingen tussen de afmeting van het vliegtuig en de omtrek en hoogte van de toren, moet de vlieghoogte af te leiden zijn. Maar die berekening laten we aan anderen over. De veronderstelling is dat het vliegtuig nauwelijks tweemaal hoger dan de torenspits vliegt. Dat is relatief laag en kwetsbaar. Toch op weg naar een dropping of bombardement? Vliegveld Valkenburg?

    De aanloop

    Een tentoonstelling komt niet zomaar tot stand. Daar gaat een lange periode van voorbereiden en plannen aan vooraf. In het geval van de tentoonstelling Dorp in Oorlogstijd is de voorbereiding in maart 2019 al begonnen. Een belangrijke eerste stap was het samenstellen van een kernteam. Dat zijn meestal drie vrijwilligers uit de tentoonstellingsgroep. Voor iedere tentoonstelling is het weer een andere kerngroep die de tentoonstelling coördineert. Soms, en dat was deze keer zeker het geval, worden inhoudelijk deskundigen aan de kerngroep toegevoegd.
    Open voor publiek
    Voordat een tentoonstelling open gaat voor publiek, moet er heel wat gebeuren. Er wordt onderzoek gedaan naar het thema. Er wordt een verhaallijn uitgedacht. Literatuur wordt doorzocht, (ervarings-)deskundigen worden geraadpleegd.
    Dan wordt bekeken welke voorwerpen, afbeeldingen en teksten gebruikt kunnen worden.
    Daarbij wordt dankbaar gebruik gemaakt van de inbreng van het publiek. Vorig jaar deden we daar een aantal oproepen voor.
    Eerst komt er een loop- en kijkroute, zodat het “verhaal” in de juiste context gevolgd kan worden. Dan worden vitrines ingericht en tekstborden gemaakt. Ook alle grote objecten – er stonden heuse motorfietsen, zowel van Duitse als geallieerde makelij – moesten een plaats krijgen.
    Overigens was het nog een hele klus om een Harley Davidson Liberator een museum in te rijden! 

    Meer dan voorwerpen en plaatjes

    Als museum vinden wij het heel belangrijk om het collectieve geheugen van de samenleving door te geven aan volgende generaties.
    Daarom hebben wij bij het samenstellen van de tentoonstelling Dorp in Oorlogstijd gebruik gemaakt van wat er in het ‘geheugen’ van Voorschoten nog aanwezig is.
    Jeugd betrekken
    Een bijzonder onderdeel van de tentoonstelling is een documentaire die gemaakt is op basis van interviews met dorpsgenoten die de oorlog hebben meegemaakt.
    De interviews zijn gehouden door schoolkinderen van nu, die de schoolkinderen van toen vragen stellen. Vragen over hoe het leven 75 jaar geleden was. Hoe het was om naar school te gaan. Waar je kon spelen, waar je blij of verdrietig van was en waar je bang voor was.
    Door journalisten van 11 jaar in te zetten die hun leeftijdsgenoten van 75 jaar geleden vragen stellen krijgt ons collectieve geheugen een nieuwe dimensie. Over enkele jaren zal dit niet meer mogelijk zijn. Want laten we eerlijk zijn; de generatie die de oorlog bewust heeft meegemaakt slinkt steeds verder in aantal. Daarom is het zo belangrijk dat we hen nu aan het woord laten, zolang het nog kan.
    Het is ook belangrijk dat de kinderen van nu zich beter kunnen voorstellen hoe het was. Toen het 75 jaar geleden zo onvoorstelbaar anders was, maar tegelijkertijd – op sommige punten – zo onverwacht herkenbaar.
    De documentaire was onderdeel van de tentoonstelling. Om dit stukje uit ons collectieve geheugen goed te borgen wordt deze documentaire onderdeel van een lesprogramma, dat op de basisscholen van Voorschoten gebruikt kan worden. Het lesprogramma, een zogenoemde ‘leskist’, is vanaf mei 2020 te leen in de Bibliotheek Voorschoten. 

    Hieronder een rondleiding in beelden over de tentoonstelling